November 27 + 28, Bali en Singapore

We bleven nog een beetje aan Bali plakken toen ik voelde dat het landingsgestel geen contact meer had met de startbaan. Net als de Hollandse zeelieden die, aan het eind van de zestiende eeuw, met moeite terug aan boord te krijgen waren.

De Singapore-Girls brengen al hun trolley in stelling, en even denk ik terug aan de Kaki Lima (vijf-been; de twee benen van de Javaanse verkoper en de drie poten van z’n karretje met etenswaar) langs de kant van de weg. Ook de bewoners van het andere buureiland, Lombok, vinden op Bali emplooi, zij mogen het zware werk doen. Gastarbeiders uit datzelfde grote Indonesië? “United by Diversity”, hoor ik Sadra met trots in z’n stem concluderen. Hij heeft ons het Bali laten zien waar we op de Haagse Pasar Malam van droomden:

… terrassen vol ”lichtgevend” groen van jonge aanplant, vlammende heliconia’s waar je kijkt. Dreigende kraters en bedreigd koraal. Kosmos van goed en kwaad. En overal die glimlach. Kokos; koffie; kruidnagel; cacao, “wilt U proeven ?” Onvergetelijk was ook die avond bovenop de klif bij de Ulu Watu Tempel. Het “kecak kecak kecak kecak” gonsde nog uren na de dansvoorstelling door ons hoofd. En tot slot: de zon achter het heiligdom van Tanah Lot zien onder gaan …

“Sir, SIR !, chicken or beef please ?”

Vaarwel, Eiland der Goden. Selamat Jalan, Pulao Dewata.