Near Sawrey en Pooley Bridge (7, 8, 9 september)
Door: Harry
Blijf op de hoogte en volg Anke en Harry
09 September 2014 | Verenigd Koninkrijk, Pooley Bridge
Beech Mount Country House, we overnachten op enig niveau, niet ver van Beatrix Potter’s Hill Top.
Onze drie ontbijttafelgenoten komen uit Japan. Ze reizen met bus en trein van Oxford naar Edinburgh, in tien dagen. Alleen het meisje durft Engels te praten en vertelt met enige trots dat ze het Vredespaleis in Den Haag onlangs heeft bezocht.
Vandaag gaat ze met haar verlegen ouders voor de verandering een tochtje maken, per stoomtrein.
Wij verlaten Windermere en doen, op z’n Japans, even de rest van Lake District National Park.
Nee, dat is niet te doen natuurlijk. We beperken ons voornamelijk op de oostelijke helft.
De weergoden zijn nog steeds met ons, de Cumbrian Mountains steken mooi af tegen het hemelblauw.
Vulkanen en gletsjers maken mooie landschappen.
Thirlmere werd in 1890 met een dam afgesloten waardoor het dorp Wythburn ”verdronk”. De stad Keswick laten we voorlopig rechts liggen en volgen de witte weggetjes op de kaart. Ja, de kaart, véél romantischer.
Derwentwater is een stuk wijdser. Het is zondag en menigeen zoekt een picknickplek aan de oever. Maar deze regio is ook in trek bij wandelaars en in Rosthwaite komen veel paden samen bij The Flock-In.
Heerlijk uitzicht op de bergen van Borrowdale, met iets lekkers erbij natuurlijk.
Voor het ”ruigere werk” trekken we over de Honister Pass. Is dit Engeland ?
Alle daken in de wijde omgeving van Buttermere moeten welhaast bedekt zijn met het leisteen dat op deze bult voor het oprapen ligt. De bomen rond Crummock Water vertonen al wat herfstkleuren, na elke bocht is het weer verleidelijk de camera te pakken.
Langs Bassenthwaite Lake rijdend komen we weer langs Keswick, dat we niet links laten liggen.
Het is er nog gezellig druk als we voor de avond een broodmaaltijd inkopen.
Ik moet toegeven dat het een opsomming is geworden van plaatsen en meren, maar bij het Ullswater eindigt onze geweldige dagtocht. Zijn we echt nog in Engeland ?
Elm House, Pooley Bridge, Ullswater. Mark en Anne runnen dit guesthouse dat niet ver van het meer ligt.
Nog mooier is het feit dat ze ook pannenkoeken of een heerlijk stukje kaas bij het ontbijt serveren, naast de zware kost natuurlijk. Zo hebben we weer genoeg brandstof voor een stevige wandeling.
Met de stiptheid van een Japanse trein komt de Raven ons oppikken. Deze oude stomer vaart, sinds 1935 met dieselmotor, het Ullswater op en neer, en ergens halverwege gaan we aan wal in Howtown. Van een town is geen sprake, een handvol huisjes en dan nog op veilige hoogte van de waterlijn.
Maar daar komen we ook niet voor. We wandelen om Hallin Fell heen. We klimmen, heerlijk in het zonnetje, een beetje omhoog langs de flanken van de heuvel en kijken hoe een kanoër krassen maakt in het spiegelende water. Wanneer we even uitrusten trekken ”serieuze” wandelaars aan ons voorbij.
Soms hebben ze tijd voor een praatje. Dan gaat het verbale logboek van hun tocht open: alle toppen die beklommen zijn, de geïmproviseerde bivak, het reisdoel, en tot slot een advies omtrent wandelstokken.
Die hebben we niet. En ook geen kapmes om ze te maken.
Het voetpad is al gauw niet meer als zodanig te herkennen. Langs de rand van het bos klauteren we over rotsen en dikke boomwortels. Anke zou liever vier benen hebben dan een wandelstok. Om wat meer armslag te hebben stop ik de camera terug in de rugzak. Dit vinden we eventjes niet leuk meer.
Toch weten we heelhuids een grazige weide te bereiken, de flesjes vul ik met Ulfr’s Vatn. (Ullswater).
Nu halverwege, draaien we landinwaarts verder om Hallin Fell heen. Het uitzicht op de top is schitterend.
Maar dat hebben we van horen zeggen. Panorama’s genoeg om van te genieten.
“ gradually ascent across the fell for 250 yards, then pass true a gate at the top of a short flight of stone steps”. En zo gaat het verder, dwars door velden vol schapen.
Inmiddels kunnen we de Herdwick van de Swaledale onderscheiden. De kleur van hun vacht, de vorm van de hoorns, enzovoorts. Wat ze vooral gemeen hebben zijn de uitwerpselen waar we doorheen stampen.
Het laatste stuk gaat over een smal spoor, tussen hoge varens die zich opmaken voor de winter.
En dan is daar het water weer en de aanlegsteiger van de Ullswater Steamers. De Western Belle brengt ons naar huis en in de Pooley Bridge Inn is het de rest van de avond heerlijk nagenieten.
De laatste dag in het Lake District. Laten we nog iets cultureels doen!
Het landgoed van Dalemain is meer dan driehonderd jaar het thuis van de Hasell familie. Daarvóór was het al een bolwerk dat bescherming bood tegen de Schotten. “Let U vooral op de details van het handgeschilderde behang uit China en links ziet u het portret van de Earl of Bedford”.
De official guide neemt ons mee door de middeleeuwse hal, Tudor slaaaaaapvertrekken en Georgian zitkamers. Maar hij is geestig en maakt, door het vertrouwen dat de huidige bewoners hem schenken, de rondleiding tot iets intiems.
Er stroomt een beekje langs het huis en achter de oude stallen ligt nog een mooie valei waar herten rondneuzen. Jane Hasell-McCosh, de vrouw des huizes, komt zelf nog een boeketje bij elkaar plukken in de tuin. Anke kan gerust wat gaan “helpen” met deadheaden.
Ik ben nog een beetje nieuwsgierig naar het zuidelijke deel van het meer, waar Glenridding ligt. Er zijn wat meer hotels en winkels. Iets chiquer dan ons onderkomen aan het andere eind van wat mischien wel het mooiste meer van het Lake District is.
Als ik zoiets opschrijf betekent dat meestal dat ik dit alles zal gaan missen …
-
11 September 2014 - 11:06
Carmen :
Hoi Anke!
Ik geniet weer van jullie reisverslagen, zo ontzettend leuk geschreven. Ik krijg gelijk zin om weer een keer op vakantie naar de UK te gaan. En wat een mooie foto's! Carry on :-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley