April 29, 2014
Door: Anke
Blijf op de hoogte en volg Anke en Harry
29 April 2014 | Portugal, Camacha
Nee, dan de tafel naast ons op het terras van Camara de Lobos. Daar is het passie troef tijdens een lokaal kaartspeltoernooi. Oude mannetjes met een gemiddelde leeftijd van tachtig (schatting gebaseer op het aantal tanden dat ze nog bezitten), gezeten op boomstronken met een stuk karton voor extra zachtheid, smijten hun beste kaarten op tafel. Om hen heen klinkt luid gejoel, afkomstig van de rest van de mannelijke bevolking van dit kleine vissersdorp.
Zelden zie je Portugezen zo geanimeerd. In tegenstelling tot de andere mediterane volken, zijn zij meer ingetogen en praktisch ingesteld. Melancholisch noemt Harry ze, chagrijnig vind ik ze. Soms. Contact is niet altijd gemakkelijk. Hun zware, slissende eiland-accent maakt ze voor ons compleet onverstaanbaar. Maar we doen allemaal ons best en uiteindelijk komen we er altijd uit. In onze vaste supermarkt krijgt ik zelfs taalles van de mevrouw die het brood verkoopt. Geduldig doet ze het steeds voor en ik krijg de gewenste producten pas mee als ik de naam ervan goed kan uitspreken.
Kijk eens hoe rijp we zijn; zie je niet hoe graag we geplukt willen worden? Natuurlijk zie ik het wel, daar ben ik een tuinkabouter voor. Maar ja, zo hoog kan ik niet springen en het zou wat merkwaardig overkomen als ik hier, midden in het Catharinapark in Funchal, vier meter in een boom zou klimmen. Als dat hoegenaamd al zou lukken! Dus blijft de lokroep onbeantwoord.
Rondom onze casa lokt het landschap. Tijdens een eerdere verkenningstocht hebben we een fraai wandelpad gevonden dat ons naar het nabijgelegen Camacha zal voeren. Denken we. Het voert ons echter, al klauterend, naar de achtertuin van een oeroude kluizenaar. Om vervolgens op te houden. Dus glibberen we weer naar beneden en nemen de volgende afslag. Die blijkt naar Monte te voeren, dwars door een koel eucalyptusbos. Ook fijn. Die weg naar Camacha vinden we nog wel, een andere keer.
Hij pronkt en kraait van pure ijdelheid: kijk eens hoe mooi rood mijn kam is, hoe fier mijn staat en hoe glanzend mijn veren! Gisteren ben ik nog door de VARA gevraagd om hun boegbeeld te zijn. Zie je dan niet hoe geweldig ik ben? Tuurlijk ziet ze het wel: ze is dan wel een kriel maar bepaald niet kippig!
Eigenlijk zouden we naar het Ecologisch Park gaan, maar dat blijkt een aantal jaar geleden te zijn platgebrand. Er rest slechts een open veld met zwarte boomstompen. Dat deert ons niet want de bergen roepen. De picos de Areiro en Ruiz kun je, met hun ruim 1800 meter, niet negeren.
Kijk eens hoe hoog we zijn, hoe onze flanken lijken op een versleten bankstel: hier en daar fluwelig groen, elders helemaal kaal. Kijk eens hoe mooi onze vergezichten zijn en wat voor fraaie plantjes er op onze rotsen groeien. Beneden in de verte ligt een dik wolkentapijt, maar daar hebben wij geen last van. Hoewel de weg goed is, is de wandeling zwaar. Constant klimmen en dalen, in gevecht met knieeën en longen. Maar overweldigd door de fraaie vergezichten. Wanneer de queeste is volbracht, zinken we neer op een bergweitje (de snackbar wordt gerenoveerd). Te moe om ons waar dan ook nog druk over te maken. Maar zo voldaan dat we niet eens voelen hoe de felle zon, ongehinderd door de ijle lucht, het vel van onze gezichten schroeit.
Fraai zingen kan Jeroen niet, hard krijsen des te beter: kijk eens hoe ver ik min staart op kan zetten, hoe mooi mijn veren gloeien als waren ze van safier en smaragd. Op deze quinta is er geen zo mooi als ik! Helaas, ze ziet het niet. Of het kan haar niet schelen. Zij is ons huurautootje….
Iedere dag genieten we weer van alle verlokkingen die dit eiland biedt. Worden steeds een beetje meer verliefd. Kijk goe groen ik ben, hoe mooi de bloemen, hoe fijn de zon schijnt. Waarom zou je nog naar huis gaan?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley