Tenslotte
Door: Anke
Blijf op de hoogte en volg Anke en Harry
22 Juni 2012 | ,
Wat ik geleerd heb over de Fransen:
• Men gooit niets weg, breekt niets af en houdt niet van veranderingen. Het voordeel hiervan is dat er een heleboel prachtige steden en dorpjes zijn om doorheen te slenteren. Een walhalla voor de oude-meuk-liefhebbers die we nu eenmaal zijn. Nadeel is dat Frankrijk stilletjes aan in een museum verandert en het moderne Europa bijna niet kan bijbenen.
• De huizen zien er hier altijd oud uit. Ook als ze nieuw of zelfs nog niet afgebouwd zijn.
• Fransen tuinieren graag. Als men geen tuin heeft, dan maakt men er gewoon één door overal bakken met planten neer te zetten. Stiekempjes denk ik dat dit waarschijnlijk ook de reden is voor de vele stakingen die het land teisteren. Je moet toch het gras kunnen maaien zonder een maaltijd over te hoeven slaan!
• Hoewel men het nooit zal toegeven, zou men best wel weer een monarchie willen zijn. Er is een enorme belangstelling voor het (liefdes)leven van de vorsten van weleer. Dat zal ook wel de reden zijn waarom men bij voorkeur presidenten kiest die zich als zonnekoningen gedragen. De bescheiden nieuwste leider van dit land (gekozen in een vlaag van verstandsverbijstering) zal het er nog moeilijk mee krijgen......
• Als het gaat om slapen, is dit een land van uitersten. Bedden zijn supergoed of uiterst slecht. Nagelnieuw of eeuwenoud. Bedstee of hemelbed. Er is geen middenweg. Behalve op één vlak: ze zijn allemaal smal. De knusheid maakt incidentele kneuzingen en blauwe ogen weer helemaal goed.
• Fransen houden niet van liften om bij de bovenste verdieping te komen. Wij wel!
• Enig leedvermaak kan de Fransman niet worden ontzegd: de presentaties van het Oranje elftal worden met enige regelmaat ingepeperd. Stel je voor dat het ons zou ontgaan!
• Men houdt van uiterlijk vertoon. Het land staat vol met kapellen, relikwieën, kruisen en heiligenbeelden. Maar de kerken blijven leeg......
• Dat Fransen van lekker eten houden is een cliché die de lading niet helemaal dekt. Het is heel normaal dat aan restaurant-uitbaters niet alleen wordt gevraagd naar de ingrediënten en bereidingswijze van gerechten maar ook naar de plaats van herkomst van deze ingrediënten. Het betreft hier geen bedrijfsspionage maar oprechte, zij het enigszins obsessieve, interesse. Geef het verkeerde antwoord en je ziet een klant nooit meer terug.
• Tijdens de lunch (zo tussen 12.00 en 15.00 uur) ligt het land in zijn geheel stil. Kantoren lopen leeg en restaurants vol. Alle winkels gaan dicht, behalve de bakker. Die gaat nooit dicht.
• Vrijwel alle musea en andere attracties zijn minimaal één dag in de week gesloten. Dat is geen vaste dag, zodat je weet waar je aan toe bent. Het is bij voorkeur de dag dat wij ze willen bezichtigen.
• Dit is een spraakzaam volk, maar vooral in de eigen taal. Men praat veel, vlug en bij voorkeur zonder adem te halen. Tot mijn grote verbazing blijk ik van acht jaar Franse les meer te hebben onthouden dan ik dacht. Ik kan het vrij goed lezen, in redelijke mate verstaan (als men gas terug neemt) en genoeg spreken om geregeld te krijgen wat geregeld moet worden. Converseren is een andere zaak. Maar de behoefte aan begrip is aan beide zijden dusdanig groot dat we er toch uitkomen, met driftig gebruik van handen en voeten en desnoods pen en papier. Opvallen doet dat niet. Fransen zijn mensen van het grote gebaar!
• De Fransman heeft last van compensatiegedrag. Een miljoenenstad kan het af met zes letters, maar een gemiddeld plattelandsgehucht heeft er een hele regel voor nodig. Zoiets als Saint-Michel-des-Montagnes-du-Rochefort-sur-Haute-Loire (deze naam is fictief maar zo zijn er duizenden). Vreemd genoeg stamt ook de kortste plaatsnaam uit Frankrijk: Y.
• Een gemiddeld dorp bestaat uit een kerk (bij voorkeur uit de Middeleeuwen), een bakker (uit hetzelfde tijdperk), een gemeentehuis (waar altijd de vlag uithangt, minimaal drie maar liefst meer) en een tabac annex kroeg. Met wat geluk staan er ook nog wat woonhuizen, maar dat is niet persé noodzakelijk.
Maar het allerbelangrijkste dat ik geleerd heb, is dat de cliché van de norse en onvriendelijke Fransman (en -vrouw) totaal niet klopt. Wij zijn alleen vriendelijkheid en bereidheid tot helpen tegengekomen. Van de tandarts die je voor niets helpt tot de apotheker die alle tijd neemt om je te helpen, ondanks het feit dat het eigenlijk lunchtijd is. Er is de eigenaar van de herberg waar voor ons geen plaats meer was, die net zo lang rondbelde tot er een beschikbare kamer was gevonden in een rivaliserend onderkomen. Er was de tabac-uitbaatster die de (inmiddels gesloten) keuken weer opengooide toen we trillend van de honger bij haar aanklopten. De B&B-houder die ons gratis wijn, sapjes en een heleboel goedbedoeld advies aanbood. En al die anderen die geduld met ons en onze vreemde gewoonten hadden.
Wat de sleutel tot de Fransman is, dat weet ik niet zeker. Maar ik denk dat het alle verschil maakt als je probeert de taal te spreken en de manier van leven te begrijpen. Dat lukt lang niet altijd, maar dat geeft niet. De intentie is waarschijnlijk al voldoende.
Afsluitend kunnen we zeggen dat dit de meest natte en koude maar toch hartverwarmende reis is die we samen hebben gemaakt. We zullen er met veel plezier op terugkijken.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley