En passant (deel 2)
Door: Harry
Blijf op de hoogte en volg Anke en Harry
11 Juni 2012 | Frankrijk, Monthodon
Laat niemand meer binnen en controleer in hemelsnaam het alarm als je klaar bent en… Ja, ja ik blijf met m’n poten van de 670 af ”. De glazen toegangsdeur zwaait in het slot en hij is eindelijk alleen. Dinsdag in Romorantin.
In de hoek van de werkplaats scharrelt Michel Thomas de poetsmiddelen bij elkaar en trekt z’n overall aan.
‘Deze mocht ik van David Hobbs hebben, de smeervlekken gingen er niet meer uit en alles moest nou eenmaal smetteloos lichtblauw zijn’. De overall is hem nog steeds iets te groot. ‘Ze vond me wel stoer, geloof ik. Dat ik slechts was belast met het schoonvegen van de pits van wagen nummer 16 wist ze niet. Dat weekend zou alles op zijn plek vallen, het cirquit van la Sarthe kookte. Ik weet niet meer hoe ik haar het rennerskwartier heb kunnen binnensmokkelen, maar ze was niet meer bij me weg te slaan. Die dag ervoor waren we nog gewoon studiegenoten!’
Michel vloekt. Er zit kauwgom aan de MS 80 van Johnnie Servoz-Gavin. ‘Die rotjournalist had niets te zoeken bij de formule 1 wagens, die kwam toch voor de 670. Ik had hem dit verhaal als ”achtergrond” kunnen geven maar ik moest in de werkplaats wachten tot ie weg was. Hij had het trouwens toch niet willen horen’.
Alle bolides krijgen een poetsbeurt en er zijn altijd weer dezelfde vette vingers op dezelfde plekken. Als kind wilde hij natuurlijk ook zelf sturen en daarom haalt hij fluitend het katoen over het chrome. ‘De nacht van Le Mans duurt kort en ik wou het liefst met haar naar het kermisterrein. De wagens 15 en 14 reden voorop en Jean-Pierre met nummer 16 kon goed volgen. Met een knipoog van de 1e monteur ter goedkeuring rende ik hand in hand met haar richting reuzenrad, nog steeds in m’n Matra-overall. Dat laatste was niet handig als je, nou je weet wel, onopvallend de liefde wil bedrijven.
Er wordt aan de glazen deur gemorreld. Michel loopt naar voren en wijst naar het bordje met de openingstijden van het museum. Altijd hetzelfde liedje. Geroutineerd doet Michel zijn werk bij de ”gewone” sportwagens. Maar de oliedruppels onder de MS 670 blijven niet onopgemerkt.
‘In de 277e ronde kwam nummer 16 opeens veel later voorbij. Het moet al licht geweest zijn, enfin, de versnelingsbak had het begeven en ik was niet op tijd terug in de pits’. Michels gezicht betrekt als hij over die laatste momenten, nu veertig jaar geleden, mijmert. ‘Het was een glorieuze race van Henri Pescarolo, een Matra-Simca had de 24 Heures du Mans gewonnen!
Dat wagen nummer 14 met Cevert aan het stuur tweede werd, maakte de finishfoto nog mooier. De mensen op de tribunes vielen elkaar in de armen van geluk. Maar ik zag háár pas weer terug toen ze arm in arm met de mede-directeur van Matra-Sport naar het podium liep. Zij ging die zondag alleen voor winnaars’.
Michel Thomas hangt zijn overall terug aan de spijker, verlaat het Musee Matra en rijdt in z’n oude Citroen Dyane naar huis. Een kaarsrechte weg, zijn eigen Mulsanne Straight.
“Monsieur Jaurés heeft weer gebelt over een probleem met z’n startmotor of zoiets, en er is een brief voor je”, roept zijn vrouw vanuit de keuken. Michel kust haar voorhoofd en ziet een enveloppe op de tafel liggen.
“Ze zijn wel laat met hun uitnodiging”, zegt hij met een lichte opluchting. Maar er staat geen logo van de Automobile Club Ouest op de voorkant. Als Michel de enveloppe omdraaid schrikt hij van het donkerrode zegel.
Sinds zijn studentenjaren heeft hij geen verzegelde brief meer ontvangen en hij moet even slikken.
Dan herkent hij het sierlijke monogram … E.G.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley