17 februari 2011
|
Door:
Harry
Aantal keer bekeken
199
Aantal reacties
Amsterdam,
Nederland
a
A
15 februari, dinsdag
Twee leguanen warmen zich op in een boomtop, zegt de één tegen de ander: “ de MH232 is laat vandaag ”. Vlak achter de startbaan van Hato Airport fladderen vleermuizen in hun eigen luchtruim, de grotten van Hato. We volgen de gids door de “kathedraalkamer” en de “dakraamkamer” .
Zo’n tweehonderd meter de rotsen in, waar het vocht niet alleen langs druipsteenformaties maar ook over de rug sijpelt. De steile stenen trap naar de ingang hakt er in.
Met z’n zaklamp wekt de gids Piet Piraat, een olifantskop en zelfs de maagd Maria met kind tot leven.
Er zijn beneden nog wat verweerde Indiaanse rotstekeningen te zien. Deze mensen moeten fors van postuur geweest zijn want er zijn skeletten gevonden tot 1.75 m. De benedenwindse eilanden werden daarom door de Spanjaarden wel “Islas de los Gigantes” genoemd.
Vandaag verkennen we Band’Ariba, het oostelijk deel van Curaçao. Anke heeft haar zinnen gezet op de beroemde kruidentuin Den Paradera van mevrouw Dinah Veeres.
Ze loopt er vooral meer gigantische muggenbulten op, maar ook veel handige tips en trucs aangaande geneeskrachtige kruiden. Jonge, ziekeplantjes moet je bij voorkeur in een kleine hangmat wiegen en vooral veel tegen ze praten.
In de omgeving van Ronde Klip is verder weinig te zien. De gaten in de weg vormen echter voldoende afleiding. De buitenwijken van Willemstad zijn hier nooit ver weg. Landhuizen als Groot Davelaar en Zeelandia liggen verscholen tussen shoppingmalls en bedrijventerreinen. Hier wonen ook de meeste van de 140.000 inwoners. Hun “bungalows” worden door zware hekken beschermd maar boven elke deur valt Bon Bini te lezen. Ieder huis heeft een eigen kleur, fleurige bloempotten en een autowrak in de tuin. Op vrijwel elke straathoek worden SNEKS en verfrissende BEBIDO’s aan de man gebracht.
Ook verfrissend is het sap van de Aloe Vera-plant. Het flesje SENTEBIBA heb ik helemaal voor mezelf want Anke trekt een vies gezicht. Ze neemt liever een dag- en nachtcreme mee die de Aloe-plantage produceerd. En wieweet helpt het leuk tegen de jeuk. Rondleidingen zijn er niet meer.
Een muildier en een witte reiger houden de wacht bij de gesloten poort van landhuis Brievengat.
De post is tussen de spijlen van het hek geklemd. Om bij het surf-strandje van Boka Playa Kanoa te komen, moeten we een groot industrieterrein doorkruisen dus laten we dat voor wat het is.
Dat geldt ook voor de rest van Band’Ariba.
Na een korte wandeling door de wijk Pietermaai en rond het Waaigat, rijden we over de boog van de Julianabrug Willemstad uit. Rechts werpen we nog een blik op de grote raffinaderij en het havencomplex, het Schottegat.
Alvorens het oranje huurkarretje in te leveren moet er nog getankt worden. Daartoe dient er eerst aan een stoffig loketje naast de oprit van het pompstation een borgsom gestort te worden!
Het gaf trouwens een apart gevoel om weer guldens uit te geven, warme zomerdagen te beleven.
Met Hollandse luchten boven het strand.
Even koninklijk verpest, hier in “de West”.